Rabarber (Latijn: Rheum palmatum) is in vele tuinen te vinden. Als ingrediënt voor confituur of heerlijk zuur in rabarbermoes en rabarbertaart is het een echte lekkernij. Oorspronkelijk komt rabarber uit het bergachtige noordwesten van China. De plant is er al duizenden jaren bekend om zijn geneeskracht. De Chinezen gebruikten hiervoor de wortels.
De naam “rabarber” komt van het Griekse rha-barbarum, omdat het door barbaren werd ingevoerd van voorbij de Wolga (= de Rha). In de antieke oudheid was rabarber enkel beschikbaar in gedroogde vorm of in poedervorm. Hiervan werd een laxerende thee gemaakt. Pas sinds de 18e eeuw wordt rabarber ook gekweekt in Europa en als groente gebruikt.
Tot op vandaag worden nog extracten van de wortel gebruikt voor de behandeling van allerlei maagklachten.
De geneeskracht van rabarber
De gebruikte delen van rabarber zijn de wortel en vooral de wortelstokken. De bladeren zijn giftig. De geneeskrachtige eigenschappen op een rijtje:
- In zeer kleine doses helpt rabarber bij diarree en maagstoornissen.
- In grotere doses verhelpt het constipatie en aandoeningen aan lever en galblaas.
- Omwille van zijn effect op de ontlasting zou rabarber ook het lichaam zuiveren.
Het wordt afgeraden rabarber medicinaal te gebruiken tijdens de zwangerschap.