Dille is welbekend om visgerechten op smaak te brengen. Geen enkel kruid harmonieert zo goed met vis (zoutwatervissen op kop). Ook in een potje zure augurken is dille dé smaakmaker. In gerechten wordt dille helemaal op het einde toegevoegd. Gekookt of gebraden verliest het immers zijn smaak. Ook het zaad van dille wordt culinair gebruikt. De olie uit dillezaden wordt toegevoegd aan zeep.
Dille zou afkomstig zijn uit Zuid-Europa. Medicinaal gaat het gebruik ervan terug naar het oude Egypte en de Romeinen. Deze laatste zorgden voor de verspreiding ervan over hun uitgestrekte rijk tot in Noord-Europa. Leuk weetje: de gladiatoren wreven hun spieren in met dille omdat dat ontspannend en pijnstillend zou werken. De naam “dille” komt van het Saksische woord “dilla”. Dat betekent kalmeren of sussen. De naam dille komt dus van een geneeskrachtige eigenschap!
Dille als geneeskrachtig kruid heeft de volgende eigenschappen:
- Dille is meest bekend als middel tegen maag- en darmklachten. Het bevordert de spijsvertering en voorkomt flatulentie.
- Wanneer je last hebt van de hik is dille ook aangewezen. De geur van de zaden zou de hik verdrijven.
- Een slechte adem? Het kauwen van de zaden van dille helpt om dit onwelriekende euvel op te lossen. Ook munt is hiervoor een aangewezen kruid.
- De zaden van dille hebben daarnaast ook een kalmerende werking.
- Dille helpt tegen misselijkheid.
- Dille stimuleert tot de aanmaak van moedermelk bij jonge moeders die de borst geven.
- Cfr. de gladiatoren hierboven: uitwendig gebruikt verzacht dille gespannen spieren.